In het Burgerlijk Wetboek staat dat een ondernemer met personeel zich als ‘goed werkgever’ moet gedragen. Dit betekent dat je je moet houden aan de beginselen van goed werkgeverschap.
Werknemers mogen bijvoorbeeld van je verwachten dat je hen gelijk behandelt (gelijkheidsbeginsel) en dat je belangrijke beslissingen goed onderbouwt (motiveringsbeginsel). Ook moeten ze erop kunnen rekenen dat je je aan je beloftes houdt. Dat laatste valt onder het vertrouwensbeginsel.
Vertrouwensbeginsel, wat is het?
Het vertrouwensbeginsel komt er kort en goed op neer dat jouw werknemers erop mogen vertrouwen dat je doet wat je belooft. Als jij aan een werknemer een toezegging doet over beloning, promotie of scholing, getuigt het niet van goed werkgeverschap wanneer je dit niet nakomt. Je hebt bij die werknemer immers een bepaalde verwachting gewekt.
Ook zonder specifieke toezeggingen kunnen je werknemers verwachtingen van je hebben. Als zij jarenlang achtereen een kerstpakket hebben gekregen, kun je dit niet opeens afschaffen. Datzelfde geldt wanneer je altijd hebt toegestaan dat werknemers op de zaak kopietjes maken voor privégebruik.
Hoe zorg je dat personeel gemotiveerd blijft? Laat zien dat je een goede werkgever bent. Met deze gratis test ontdek je of jij klaar bent voor nieuw personeel.Ben jij aantrekkelijk?
In zulke gevallen spreken we ook wel van het beginsel van verworven recht. Dit houdt in dat werknemers bepaalde verworven rechten kunnen afdwingen, zelfs als het zaken betreft die niet in de arbeidsovereenkomst zijn opgenomen.
Vertrouwensbeginsel, 2 do’s
Twee dingen die je kunt doen om te laten zien dat je het vertrouwen van je werknemers respecteert:
- Leg alle afspraken met je werknemers vast in een personeelshandboek. Dat zorgt voor zekerheid, duidelijkheid, transparantie en vertrouwen. Je werknemers weten zo waar ze aan toe zijn en jij voorkomt dat je lastige discussies moet voeren met je personeel.
- Je werknemers moeten op jou kunnen vertrouwen, maar jij ook op hen. Geef je personeel daarom meer ruimte en verantwoordelijkheid om hun taken uit te voeren en bemoei je niet te veel met de details. Je zult zien dat dit het werkplezier vergroot.
Vertrouwensbeginsel, 5 don’ts
Vijf dingen die je vooral niet moet doen als je wilt ondernemen volgens het vertrouwensbeginsel:
- Een tijdelijk arbeidscontract onverwacht niet verlengen.
- Een beloofde loonsverhoging niet nakomen.
- Een traditionele dertiende maand niet uitbetalen.
- Achteraf voorwaarden verbinden aan een toegezegde vergoeding voor training of opleiding.
- Zomaar overstappen naar een voor werknemers minder gunstige pensioenregeling.
Beginselen van goed werkgeverschap
Naast het vertrouwensbeginsel en het al genoemde gelijkheidsbeginsel en motiveringsbeginsel omvat goed werkgeverschap nog drie andere beginselen. Dit is het complete lijstje:
- Gelijkheidsbeginsel: Je moet je werknemers gelijk behandelen. Je mag niemand voortrekken of discrimineren en geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen.
- Vertrouwensbeginsel: Werknemers hebben bepaalde verwachtingen van jou als werkgever. Je moet rekening houden met deze verwachtingen en je werknemers moeten erop kunnen vertrouwen dat je ze waarmaakt.
- Motiveringsbeginsel: Als je ingrijpende beslissingen neemt die van invloed zijn op een werknemer (bijvoorbeeld loon uitstellen), moet je een goede onderbouwing geven. Hiermee bied je de werknemer de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen.
- Evenredigheidsbeginsel: Je moet bedrijfsbelangen en werknemersbelangen goed tegen elkaar afwegen. Beslissingen in het belang van de zaak mogen je werknemers niet onevenredig hard treffen.
- Zorgvuldigheidsbeginsel: Als werkgever moet je zorgvuldig te werk gaan bij het nemen van besluiten, bijvoorbeeld een ontslag. Je hebt onder meer de plicht om onderzoek te doen, werknemers goed en volledig te informeren en hoor en wederhoor toe te passen.
- Verbod van detournement de pouvoir: Als werkgever heb je een bepaalde machtspositie ten opzichte van je werknemers. Het is niet toegestaan die machtspositie en de bijbehorende bevoegdheden te misbruiken.