Bij ontslag op staande voet raakt een werknemer per direct zijn baan en inkomen kwijt. Als het ontslag terecht is, krijgt hij geen transitievergoeding en komt hij niet in aanmerking voor een WW-uitkering. Toestemming van het UWV of de kantonrechter is niet nodig.
Ontslag op staande voet heeft dus ernstige gevolgen voor de werknemer. Om deze reden zijn er in het Nederlandse arbeidsrecht allerlei voorwaarden gesteld aan ontslag op staande voet. Die moeten voorkomen dat een werkgever iemand ten onrechte de deur wijst.
Terugdraaien ontslag op staande voet
Als de werknemer het niet eens is met zijn ontslag, kan hij een gerechtelijke procedure starten om het ontslag te laten terugdraaien. Vanwege de gevolgen voor de werknemer neemt de rechter niet snel aan dat het ontslag terecht is.
Bij ontslag op staande voet is het vaak verstandig om juridisch advies in te winnen. De financiële gevolgen van onterecht ontslag op staande voet zijn namelijk groot. Als je eerst deskundig advies inwint, verklein je de kans op hoge ontslagkosten.
Voorwaarden ontslag op staande voet
De rechter kijkt naar volgende voorwaarden:
- er moet sprake zijn van een dringende reden
- de dringende reden is aan de werknemer meegedeeld
- het ontslag is onverwijld gegeven
Voorwaarde 1. Er moet sprake zijn van een dringende reden
Veel werkgevers twijfelen over wat precies een dringende reden is. Hier bestaat namelijk geen sluitende definitie van. In het algemeen gaat het om serieuze tot zeer ernstige zaken, zoals:
- diefstal
- fraude
- dronkenschap tijdens het werk
Meer voorbeelden vind je in artikel 7:678 Burgerlijk Wetboek.
De context weegt ook mee bij de bepaling of het echt een dringende reden betreft. Daarbij is een scheldpartij bij een representatieve functie als baliemedewerker bijvoorbeeld sneller een dringende reden dan bij een stratenmaker.
Voorwaarde 2. De dringende reden is aan de werknemer meegedeeld
De werknemer heeft er recht op te weten om welke dringende reden het ontslag is gegeven. Dit breng je mondeling en bij voorkeur ook schriftelijk over.
Daarbij geef je duidelijk aan waarom de arbeidsovereenkomst niet kan voortduren. Dit moet je direct goed kunnen onderbouwen met argumenten.
Voorwaarde 3. Het ontslag is onverwijld gegeven
Onverwijld wil zeggen dat je meteen na het voorval overgaat tot ontslag op staande voet. Bij een diefstal moet je bijvoorbeeld direct handelen en de werknemer niet pas na een week confronteren met het ontslag.
Overigens is enig respijt toegestaan. Als je niet zeker weet of er sprake is van een dringende reden, mag je daar onderzoek naar doen. Daarbij moet je wel voortvarend te werk gaan.
Hoe langer je wacht, hoe kleiner de kans dat je succesvol beroep kunt doen op een ontslag op staande voet.