Volgens het artikel heeft de rechter in vier belangrijke uitspraken de kant van de flexwerker gekozen. In die gevallen werd geprobeerd om werkgeverschap te voorkomen door personeel in te huren via een payrollbedrijf. De rechter stak hier een stokje voor en merkte de inhuurder aan als werkgever.
De uitspraken komen op een moment dat flexwerk enorm is toegenomen. Zo is inmiddels bijna een derde van de werkenden werkzaam op basis van een tijdelijk contract of als zzp’er. Andere flexwerkers hebben bijvoorbeeld een oproep- of nulurencontract of zijn in dienst bij een payrollbedrijf.
Onderkant arbeidsmarkt
Het kabinet sprak dit voorjaar af dat flexwerk moet worden teruggedrongen. Het lijkt erop dat rechters hier alvast rekening mee houden door vaker de kant van de werknemer te kiezen. Dit wordt toegejuicht door vakbonden, omdat zij van mening zijn dat flexwerk de risico's verschuift naar de onderkant van de arbeidsmarkt.
Hans van der Steen van werkgeversvereniging AWVN vindt echter dat tegenstanders van flexwerk ‘met een groot zoeklicht’ zoeken naar kleine problemen. Ook is de markt van flexibel werk volgens hem niet alleen gegroeid omdat werkgevers dat willen, maar ook omdat dit de wens is van werknemers.
Bron: de Volkskrant