Houten fietsen die je zelf in elkaar zet

Het begon met een prijsvraag. Ontwerper Basten Leijh bedacht hiervoor een bijzondere fiets die brak met de bestaande conventies. Door het houten frame had de Sandwichbike een ander uiterlijk dan andere fietsen. En de productie en distributie verschilde, omdat je hem als bouwpakket thuis ontvangt en zelf in elkaar zet.

Het concept lag jarenlang op de plank. Toen Yno Papen bij de ontwerper over de vloer kwam voor een andere opdracht, zag hij het prototype van de fiets staan. Papen zag kansen en stelde voor om het idee naar de markt te brengen. Dat lukte dankzij financiering via Qredits en het aannemen van de eerste werknemer.

Reden?

‘We hebben iemand aangenomen vanwege de doorlooptijd. Zowel Basten als ik hebben naast Pedalfactory onze eigen bedrijfsactiviteiten. En voordat we de eerste Sandwichbikes konden produceren, moest nog veel werk worden verzet. Eerst lieten we een stukje engineering plaatsvinden, wat gebeurde door mensen die ik kende vanuit mijn achtergrond in de automobielindustrie. Zij verrichtten een tijdlang hand- en spandiensten voor ons in de avonduren. Maar op een gegeven moment wilden we doorpakken. Daarom hebben we een bv opgericht en iemand fulltime erop gezet.’

Hoe gevonden?

‘We vonden de eerste werknemer via ons eigen netwerk. Sinds de start van het project hadden we al behoorlijk wat contacten opgedaan in de fietsindustrie. We bezochten bijvoorbeeld professionele fietsbeurzen. Daar ontmoetten we mensen die weer andere mensen kenden die interessant waren voor ons bedrijf. Op die manier kwamen we in contact met onze eerste werknemer. Hij vertrok net bij een andere fietsfabrikant, terwijl wij iemand zochten. We vonden dat hij goed paste in ons profiel. Zo was hij direct beschikbaar, kende hij de leveranciers en bleek dat hij ervaring had met het in de markt zetten van een nieuw product.’

Lang getwijfeld?

‘Ik heb een bedrijfsmatige achtergrond en daardoor weet ik dat de kosten voor de baat uitgaan. Ik had er dan ook weinig problemen mee om mijn eigen geld in de onderneming te steken. Een deel van dat geld ging rechtstreeks naar het salaris van onze eerste werknemer. Ik zag dit als een ondernemerskans en een investering. Wel hebben we de risico’s beperkt door te beginnen met een halfjaarcontract. Dat contract hebben we vervolgens nog een keer verlengd met een halfjaar en daarna met een jaar.’

Eerste salaris van de werknemer?

‘De administratie nam ik voor mijn rekening. Hier komt best veel bij kijken, maar als je alles op een gegeven moment hebt ingeregeld, dan loopt het iedere maand wel. Daarbij hebben we de loonadministratie ondergebracht bij een boekhouder. Bij nieuwe werknemers kijk je dan nog naar de arbeids­overeenkomsten en tussentijds houd je natuurlijk allerlei gesprekken met je personeel. Maar ik ben vanuit mijn andere werkzaamheden gewend om met contracten en afspraken om te gaan. Dat is dus niet zo complex.’

Werkt hij nog steeds bij je?

‘Nee, hij is niet meer werkzaam bij ons. Hij heeft uiteindelijk twee jaar bij ons gewerkt. We hebben afscheid van hem genomen, omdat we enerzijds voor de keuze stonden om hem een vast contract aan te bieden of te laten gaan. Zo’n contract konden we in onze situatie nog niet bieden, maar er was ook een andere reden. We hadden namelijk een andere rol nodig binnen ons bedrijf. Onze eerste werknemer was erin geslaagd om de fietsen ingekocht en geproduceerd te krijgen, maar nu zochten we vooral iemand in een salesrol. Daarmee verschoof onze focus naar de verkoop.’

Wat is je grootste blunder op P&O-gebied?

‘Ik ben gewend om te werken in projecten met grote budgetten. Daarbij schakel je eerder ervaren medewerkers en leveranciers in om bepaalde zaken op te lossen. Dat pas je voor een deel ook toe op andere bedrijfsactiviteiten. Bij Pedalfactory zou ik achteraf gezien de ontwikkeling van het team anders aangevlogen hebben. Je kunt op zoek gaan naar het schaap met de vijf poten en kiezen voor iemand die al veel ervaring heeft. Maar we hadden het geld ook kunnen inzetten om een goede junior op te leiden. Dat kost meer tijd, maar daarmee heb je wel een ander soort werknemer die wellicht kan meegroeien met de ontwikkeling van het bedrijf.’

Nog een tip voor collega’s?

‘Mijn tip is om ook naar alternatieven voor vast personeel te kijken. Je kunt bijvoorbeeld veel dingen oplossen door beter samen te werken met leveranciers. Die staan er veel meer als een ondernemer in. Zeker in een startende onderneming is dat fijn, omdat je in deze fase op zoek bent naar gelijkgezinden. Ook speelt hierbij een actueel onderwerp, namelijk de regels rondom arbeidscontracten. Die zijn niet fantastisch voor een Nederlandse start-up.’